Archief | december 2017

Interessante informatie bij de laatste lesweek van 2017

beste cursisten,

de Kerstvakantie staat voor de deur en het jaar 2017 nadert zijn einde. Deze week is er nog les. Maar de lessen zullen een beetje anders verlopen.

Op dinsdag 19 december is er een nationale staking. Sommige leerkrachten zullen staken en dus geen lesgeven. Daardoor zou het kunnen dat de Open Klas maar op halve kracht draait.

Op donderdag 21 december houdt de Open Klas de hele dag Babbelcafé. Elke cursist is uitgenodigd om daaraan deel te nemen. Let op: de Open Klas zal gesloten zijn en het Babbelcafé vindt plaats op de eerste verdieping in de cafetaria. Als je wil (maar dat is niet verplicht!), kan je iets meebrengen om te snoepen, eten of drinken. Die dag is ook de laatste lesdag van het jaar.

Op maandag 8 januari 2018 starten de lessen opnieuw. Let op: die week beginnen de laatste lessen van het tweede kwartaal en het eerste semester. Vergeet niet tijdens je vakantie het boek voor het Portfolio te lezen ;o)

Op donderdag 18 januari moeten de Portfolio’s en al jullie taken ten laatste afgegeven worden. Vroeger mag natuurlijk ook!

Niet vergeten: Tot woensdag 10 januari heb je nog tijd om een tekst in te sturen voor de Schrijfwedstrijd NT2. Alle informatie daarover kon je eerder al lezen op deze blog.

Maar eerst is er twee weken Kerstvakantie.

Het docententeam van de Open Klas wenst jullie allemaal heel fijne feestdagen en een schitterend begin van 2018!

 

Interessante column over culturele verschillen van Jessica uit Colombia

Het culturele verschil tussen mijn man en ik

Alles begon toen mijn man voor de eerste keer naar Colombia ging. Ik herinner me dat deze dag “De dag van de kaarsen” was.  Dat is een traditionele dag in december waarop we kaarsen en lantaarns op alle straten aansteken. Alle mensen waren op de straat aan het eten, spelen, delen en dansen.

Mijn man was verwonderd en een beetje bang want de mensen wilden hem eten en wijn geven en hij kende deze mensen niet. Het was heel raar en nieuw maar hij vond dat dat interessant was. Hij wilde mijn cultuur kennen. Dus wilden wij met het eten beginnen. Om 21:00 uur gingen we eten maar het was een beetje laat voor hem want hij eet altijd tussen 18:00 en 19:00 uur en wij eten tussen 19:00 en 21:00 uur. Dus wilde hij dat respecteren en hij at alles.

In het begin was het Colombiaanse eten een beetje moeilijk want wij gebruiken verschillende kruiden en bijna altijd koriander en hij haat koriander. Mijn man at te weinig en mijn familie of de mensen die we zouden bezoeken vonden dat het raar was want de mannen eten meestal veel en zij zeiden dat “hij zoals een vogeltje at”.  Hij houdt van zeevruchten, oesters, mosselen en zo verder maar ik niet.  Dus het was volgens ons een beetje moeilijk om samen te eten.

Als ik in Colombia iemand wil bezoeken, is bellen niet nodig. Als traditie brengen wij iets om te eten mee. Volgens de Belgische mensen is dit niet goed. Als ik iemand wil bezoeken, moet ik eerst bellen en is het heel belangrijk dat de mensen heel stipt zijn. In mijn land begroeten wij elkaar alleen met een kus en in België begroeten de mensen met drie kussen dus was mijn man een beetje verward. Het was 5 jaar geleden.

Nu woon ik 1 jaar en 4 maanden in België. Het leven is compleet anders en ik mis mijn familie en mijn land maar ik vind dat de cultuur heel interessant is. Alle mensen zouden de tradities en culturen van alle landen moeten respecteren en begrijpen.

Interessant: nog meer nieuwe boeken in de Agora-bibliotheek!

Ruim dertig jaar geleden begon Chris de Stoop als reporter bij het tijdschrift Knack. Het waren de gouden jaren van de pers. De Stoop maakte naam met indringende en geëngageerde verhalen, die soms verstrekkende gevolgen hadden. Journalistiek is volgens Chris de Stoop een van de mooiste beroepen ter wereld, als het beoefend kan worden met integriteit, creativiteit en kwaliteit. En een van de lelijkste, als dat niet kan.
Voor de grote reportage, de mooiste discipline van de klassieke journalistiek, was er de afgelopen jaren steeds minder plaats in de geschreven pers. Na ruim duizend artikelen stapt Chris de Stoop eruit met een uitvoerig, kritisch verhaal over de evolutie in de journalistiek en met een selectie van zijn meest beklijvende reportages.
Hij ging op zoek naar animeermeisjes in Manilla, werd ontvoerd in Albanië en maakte een helse tocht met 23 weeskindjes tijdens de genocide in Rwanda. Dichter bij huis schreef hij over de ontpoldering van de Hedwigepolder, over Hollandse wietplantages in Vlaanderen en over de eerste jihadisten die naar Syrië en Irak afreisden.

Twee jaar na zijn bestseller Oorlog om de Geesten pakt Rudi Vranckx weer uit met een boek dat het Vlaamse publiek zal fascineren. De VRT-reporter ziet hoe IS in Syrië en Irak ten onder gaat. Maar het is niet omdat het Kalifaat is platgebombardeerd, dat we straks wakker worden in een veiliger wereld. Want hoe moet het nu verder met al die extreem-religieuze strijders? Betekent een nederlaag ginder meer terreur hier? Hoe rem je ‘lone wolves’ af? Is dit het einde van de ‘soft power’?
Er wachten ons harde tijden. En een wereld van grote boosheid (zij op ons, wij op hen) en van angst voor ‘de uitheemse vijand’ en het ‘verlies van onze identiteit’ (zie ook Trump, Brexit, Wilders…). Maar lost het iets op om op onszelf terug te plooien? Of is dit het einde van ‘the world as we know it’?

Een nostalgisch foto- en tekstboek van Tanguy Ottomer over verdwenen gebouwen, pleinen en standbeelden in Antwerpen, zoals: Stadsgids en personal shopper Tanguy Ottomer (1981) bouwde zijn eenmanszaak uit tot het succesvolle ‘Buro BeroepsAntwerpenaar’ dat verschillende originele stadswandelingen aanbiedt. Zijn spontane aanpak leverde hem veel lof op, onder andere van The New York Times, The Financial Times en CNN, die Tanguy uitriep tot ‘one of the 7 savviest tour guides in the world’. Over 13 wijken en pleinen in de Antwerpse binnenstad, de gebouwen die er ooit stonden en het leven dat er zich toen afspeelde. Enthousiast verteld en met veel kennis van zaken; Uitvoerig geillustreerd met meer dan 100 foto’s uit archieven, van zwart-wit postkaartjes uit 1910 tot persoonlijke familiefoto’s uit de jaren ’70; Met korte weetjes en nieuwsflashen op basis van de krantenarchieven van de Gazet van Antwerpen. Een pleidooi voor het behoedzaam omspringen met erfgoed maar vooral een liefdesverklaring aan de stad van Tanguy Ottomer.

Het vervolg op de bestseller ’t Stad van vroeger – Verdwenen parels van Antwerpen, en een nostalgische ode aan het bruisende amusementsleven in Antwerpen van 1900 tot nu, met verhalen over: Legendarische danspaleizen uit de roaring twenties zoals Magic Palace, evenementen zoals de Wereldtentoonstelling van 1930, het beruchte verleden van cafe´s zoals De Muze, de talrijke maar ondertussen verdwenen cinema’s van ’t Statiekwartier, de vakanties aan Sint-Anneke, revuetheaters zoals de Roxy of de AB maar ook over undergroundclubs uit de jaren 80. Stijlvol vormgegeven en uitvoerig gei¨llustreerd met meer dan 100 foto’s uit publieke, kranten- en prive´archieven, van zwart-wit postkaartjes tot persoonlijke foto’s van een avondje uit in een club in de jaren 80. Een must voor Antwerpenaren van elke leeftijd, die herinneringen willen ophalen aan de tijd waarin zij zich in het bruisende uitgaansleven van de Scheldestad stortten. Stadsgids en personal shopper Tanguy Ottomer bouwde zijn eenmanszaak uit tot het succesvolle ‘Buro BeroepsAntwerpenaar’ dat verschillende originele stadswandelingen aanbiedt. Zijn eigenzinnige, enthousiaste en spontane aanpak leverde hem veel lof op, onder andere van The New York Times, The Financial Times en CNN. Hij schrijft een wekelijkse column in de Gazet van Antwerpen.

Tijl Uilenspiegel, Willem van Saeftinghe, Jan de Lichte, Reinaert de Vos, Pallieter, de Witte van Zichem… behoren stuk voor stuk tot het collectieve geheugen. Dit Wandelboek Vlaamse Volksverhalen leidt je rond in de échte biotoop van deze – en nog andere – geschiedkundige of legendarische figuren. Denise Van den Broeck selecteerde voor elke Vlaamse provincie de meest tot de verbeelding sprekende ‘helden’ of personages en zette in hun spoor in totaal 20 routes uit. Iedere wandeling is een zoektocht naar tastbare aanknopingspunten uit het ‘verhaal van de streek’: een oude sage, een religieus getinte legende, een tot mythe uitgegroeide ware gebeurtenis, een volksvertelling vol bijgeloof…De routes zijn lusvormig en variëren tussen de 6 en 16 km, ideaal voor het hele gezin dus. Duidelijke kleurenkaartjes – op de scheurvaste uitklappagina’s – en gedetailleerde routebeschrijvingen maken verloren lopen onmogelijk. Tenzij je wat te overvloedig gebruik zou maken van de tips voor een natje en een droogje… Voor iedere wandeling is een uitgebreide blok praktische informatie voorzien. Voor een overzicht van de wandelingen in deze gids: raadpleeg http://www.dichtbijhuisgidsen.be.

Zullen we een bakkie doen, of wilt u liever een tas koffie? Serveer ik u daar een bonbon bij, of eet u liever een praline? En zullen we daarbij dan op ons poep gaan zitten, of vindt u samen op de bank misschien wel zo gezellig? De leukste taalverwarringen tussen Vlamingen en Nederlanders zijn nu door Heidi Aalbrecht en Pyter Wagenaar samengebracht in dit omkeerboek.
Wij Nederlandse en Vlaamse buren zijn van elkaar gescheiden door een landsgrens, maar delen een taal. We kunnen elkaar doorgaans goed verstaan, maar er zijn subtiele en minder subtiele verschillen. Daardoor kunnen er grappige taalverwarringen ontstaan.
In dit omkeerboek – ja echt, het is vanaf beide kanten te lezen en middenin staat een tussenwoord! – beschrijven Heidi Aalbrecht en Pyter Wagenaar woorden en uitdrukkingen die aan weerszijden van de landsgrens anders gebruikt worden. Of het zijn woorden die alleen in Vlaanderen of Nederland gebruikelijk zijn, en daardoor bij de buren voor verwarring kunnen zorgen. Ze worden soms als tenenkrullend/tenenkrommend, maar ook vaak als komisch ervaren.
Het is geen boek om elkaars taalgebruik te bekritiseren, maar juist om het leuke ervan te ontdekken. Met een voorwoord door Ludo Permentier en een door Rik Schutz en geestige cartoons door Arend van Dam. Alvast even gluren? Kijk hier naar het voorproefje.

De hoofdstad van Europa verandert razendsnel. De bevolking groeit zienderogen. Werkloosheid en armoede stijgen schrikbarend. De auto is de tiran van de stad. Brussel was tientallen jaren tweetalig, Brussel is een halve eeuw multicultureel. Ook dat is veranderd. Brussel is nu de stad van de hyperdiversiteit. De Brusselaars proberen elke dag opnieuw op een beschaafde manier samen te leven. Meer dan ooit wil dit boek laten zien: Brusselaar, waar je ook vandaan komt, dit is jouw stad, met haar verleden, haar ontstellende gebreken, haar kleine deugden, haar schaarse boeken en haar ontelbare verhalen. In 1992 verscheen de klassieker Arm Brussel voor het eerst. In 2002 bezorgde Geert van Istendael een nieuwe, geheel herziene uitgave. Ook deze editie is grondig bijgewerkt.

 

Zuurvrij is het kleurrijke halfjaarlijkse berichtenblad van het Letterenhuis. Het informeert de lezer met toegankelijke en boeiende verhalen over Vlaams literair archief en over de tentoonstellingen en de andere activiteiten van het Letterenhuis. Meer info hier.

Interessant: nieuwe boeken in de Agora-bibliotheek!

Ben je nog op zoek naar een goed boek voor tijdens de Kerstvakantie? Ga eens kijken in de bibliotheek Agora!

Glorie is een roman over twee personages die hun leven ingrijpend veranderen. Marcel vervalst zijn cv en krijgt een prachtige baan aan de Antwerpse Teniersacademie. Wat begon als bedrog wordt een succes. Maar succes is nog geen garantie voor geluk. Kunstenaar Bodine relativeert haar faam en cultstatus. In Berlijn ontmoet ze de wonderlijke directie van de Teniersacademie en belandt met hen in een lange autorit terug naar huis. Verschillende ambities botsen. Wie manipuleert wie in dit humoristische verhaal?

Water en droogte, oorlog en vrede, leven en sterven, haat en liefde, heerschappij en machteloosheid: Aya Sabi schuwt in ‘Verkruimeld land’ de grote thema’s niet. Ze portretteert ‘het land van uitersten’ in een wijs en raadselachtig verhaalmozaïek dat een eigentijdse draai geeft aan de verteltraditie van ‘Duizend-en-een-nacht’. Van een vroedvrouw die bij de baby’s die ze ter wereld brengt enkel sterfelijkheid ziet tot een tienermeisje dat ‘s nachts stiekem gaat zwemmen in het donkere woud en wordt beticht van bezetenheid… Het begon allemaal in het land van uitersten.

Duizenden vluchtelingen maakten de voorbije maanden en jaren de oversteek naar de Europese Unie – de grootste vluchtelingenstroom sinds de Tweede Wereldoorlog. De onvergetelijke beelden tonen ons mannen, vrouwen en kinderen die dromen van een nieuw, veilig en menswaardig leven. Wie zijn doel bereikt, wordt ‘herboren’ in een nieuwe maatschappij waar hij of zij amper iets van af weet. Geen eenvoudige missie in deze tijden van terreur en polarisatie. Veertien jaar geleden kwam journalist en documentairemaker Majd Khalifeh aan in België, als staatloze Palestijn in een vreemd land, op zoek naar een identiteit. Zijn eigen taal, cultuur en kennis leken plots verdampt. Zijn complexe eigenheid was teruggebracht tot één woord: ‘vreemdeling’. Hij voelde zich als een hulpeloze baby die zijn weg nog moest zoeken in een nieuwe wereld. Het enige wat hij kon doen, was doorgaan. In Herboren neemt hij de lezer op sleeptouw doorheen de verschillende stappen van zijn eigen zoektocht: van nieuwkomer tot actieve burger.

In Eva’s geboortejaar worden in het kleine Vlaamse Bovenmeer slechts twee andere kinderen geboren, allebei jongens. De drie maken er hun hele jeugd samen maar het beste van, tot de puberteit aanbreekt. Opeens ontstaan er andere verhoudingen. De jongens bedenken wrede plannen en de bedeesde Eva kan hieraan meedoen of haar enige vrienden verraden. Die keuze is geen keuze. Dertien jaar na een snikhete zomer die volledig uit de hand loopt, keert Eva terug naar haar geboortedorp met een blok ijs in de kofferbak. Gaandeweg wordt duidelijk dat zij dit keer de plannen bepaalt.

Antwerps THEA-project helpt vluchtelingen over kloof met hoger onderwijs

Vluchtelingen die een hogere studie willen aanvatten of verderzetten, kunnen volgend academiejaar in het THEA-project stappen. Dit uniek Antwerps project geeft vluchtelingen al tijdens de laatste fase van hun taaltraject de kans om kennis te maken met de studie die ze voor ogen hebben.

Lees alles hierover in een reportage van Mo: hier.

Wil je graag verder studeren maar is je Nederlands nog niet perfect?
Veel cursisten kennen het probleem.
Om geen talent en kostbare tijd verloren te laten gaan, zijn de universiteit van Antwerpen, drie hogescholen en Atlas samen gaan zitten.
Zij willen met hun project THEA vluchtelingen die in de laatste fase van hun taaltraject zitten maar die nog geen ITNA (taaltest niveau B2 of C1) behaald hebben, toch al van het studeren laten proeven. Zij mogen al kennismaken met de studie die ze op termijn willen doen. Intussen kunnen ze wennen aan de studiemethode en het studentenleven, bouwen ze aan een sociaal netwerk en oefenen ze hun Nederlands!
Voor dit proef-project zeer strenge instapvoorwaarden, die per student individueel bekeken worden door een assistent in Atlas.

Als je interesse hebt, neem dan contact op met Atlas: hier.

Interessant of irritant Nederlands: het meest storende woord van 2017

Volgens de Vlamingen zijn dit de meest irritante woorden of uitdrukkingen in het Nederlands:

  1. ik heb zoiets van (28%)
  2. me-time (22%)
  3. dagdagelijks (13%)
  4. groentjes (10%)
  5. naar de toekomst toe (9%)
  6. comfortzone (6%)
  7. super (4%)
  8. eigenlijk (3%)
  9. leuk (3%)
  10. absoluut (2%)

De Nederlanders hebben een andere lijst met woorden gekozen. Dat kan je hier zien.

Begrijp je deze woorden? Heb je ze al gehoord? In welke situaties gebruik je ze? Zoek het op of vraag het aan een Vlaamse kennis of vriend!

Over de verkiezingen van meest irritante woorden kan je hier meer lezen. En hier.

Welk woord vind jij het meest irritant of lelijkst in het Nederlands? En wat is voor jou het mooiste Nederlandse of Vlaamse woord?

Interessant nieuw boek: Jan Lampo, Gelukkige stad. De gouden jaren van Antwerpen (1485-1585).

Jan Lampo, Gelukkige stad. De gouden jaren van Antwerpen (1485-1585). Amsterdam University Press, 2017, 273p.

Dit boek gaat (onder meer) over de meest traumatische datum uit de geschiedenis van Antwerpen: 1585, wanneer Antwerpen ten val komt en voor een zeer lange tijd zal moeten zuchten onder het juk van de Spanjaarden.

“Jan Lampo (Antwerpen, 1957) studeerde geschiedenis. Van 1990 tot 1995 was hij redacteur van De Standaard. Sinds 1998 inventariseert hij in het Letterenhuis archieven van Vlaamse schrijvers. Jan Lampo was curator van de tentoonstelling Van Torens Stekelig. Antwerpen in de Middeleeuwen (2000) en publiceerde een tiental boeken over de geschiedenis van de stad. Hij was tien jaar gastdocent aan de afdeling Conservatie en Restauratie van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en geeft les aan het Kunsthistorisch Instituut van Antwerpen.”

Hij houdt een blog bij “over literatuur, geschiedenis en Antwerpen”: hier.

Gelukkige stad vertelt wat gebeurde tussen het eind van Michael Pye’s Aan de rand van de wereld en de eerste bladzijde van Geert Maks bestseller De levens van Jan Six. Antwerpen groeide in de 16de eeuw uit tot ‘Felix Antverpia’, de voornaamste handelsplaats ten noorden van de Alpen, en werd het brandpunt van de ‘noordelijke renaissance’. De moderne kunsthandel ontstond en belangrijke schilders zoals Quinten Metsys, Pieter Breugel en Frans Floris hadden er hun ateliers gevestigd.

De Reformatie gedijde in de ‘liberale’ handelsmetropool, maar droeg ook bij tot de opstand van de Nederlanden tegen Spanje. Dramatische episodes als de Beeldenstorm, de Spaanse Furie en een poging tot moord op Willem van Oranje verstoorden het leven van de stedelingen. Antwerpen werd een calvinistische republiek en koos de kant van de Opstand, maar moest in 1585 capituleren voor Alexander Farnese, de veldheer van Filips II. De Zeeuwen sloten de Schelde voor de handel. De helft van de bevolking verliet Antwerpen, veelal naar het noorden. De bloei van Amsterdam kon beginnen.” (tekst AUP)

Interessant nieuw boek: Öznur Karaca, Marsepeinen vingers.

Öznur Karaca, Marsepeinen vingers. Polis, 308p.

“Öznur Karaca (1977) werkt als taalexpert. Ze studeerde Germaanse Talen aan de Universiteit Gent en schrijft in diverse genres: recensies, copywriting en comedy. Als stand-upcomedian creëerde ze in 2008 haar eerste onewomanshow, Bleek. In wat ze schrijft, speelt haar interesse voor psychologie een rol, of het nu in haar comedy is, waarin ze schertst met gangbare vooroordelen in Vlaanderen, of in haar debuutroman, Marsepeinen vingers.

Servi groeit op in de jaren vijftig in Turkije. Ze is negen wanneer haar vader sterft. Haar moeder ontdekt dat ze plots heel kwetsbaar is met vijf vaderloze kinderen. Maar Servi is er gerust op. Ze is immers voorbestemd voor grootse dingen. Met dat verhaal groeit Servi op. Als het lot je zo gunstig gezind is, waarom zou je je dan nog zorgen maken? De werkelijkheid beslist er anders over. Servi komt terecht in Gent, en tracht ontgoochelingen en tragiek een plaats te geven. Volstaat een mensenleven om een uitweg te vinden?” (tekst Uitgeverij Polis)

Op de website van de uitgever vind je meer informatie en kan je een fragment lezen: hier.

Interessant nieuw boek: Rachida Aziz, Niemand zal hier slapen vannacht.

Rachida Aziz, Niemand zal hier slapen vannacht. EPO, 2017.

Rachida Aziz is schrijfster, activiste, modeontwerpster en onderneemster. Ze schreef een boek. Meer info over de auteur vind je hier.

“‘Dit boek is er voor alle mensen die nooit het recht genoten hebben om het debat te bepalen. Alle mensen die onderdrukt, misbruikt, uitgespuugd en tegen elkaar opgezet werden. Alle mensen die niet de norm zijn in deze maatschappij. Geloof me, we zijn met velen. Ik zie jullie in lange rijen aanschuivend bij de werkloosheidsdienst, ’s morgens op de trein met kleine ogen pendelend naar het muffe kantoor, ’s avonds uitgeput op de metro de handen wit van het stof op de bouwwerf. Ik zie jullie aan het raam van treurige rusthuizen kauwend op maaltijden waar de overheid niet meer dan drie euro per dag wil aan besteden. (…) Wij hebben één iets gemeen. Wij zijn de verliezers in de maatschappij die een kleine, machtige groep naar zijn beeld en zijn gelijkenis heeft geschapen.’

In Niemand zal hier slapen vannacht doopt Rachida Aziz haar pen in vitriool om in de beste literaire traditie de oude orde ervan langs te geven. Ze vertrekt van een reeks bepalende momenten in haar leven, maar gebruikt die om alle vastgeroeste waarheden aan diggelen te slaan.” (tekst uitgeverij EPO)

Lees hier een fragment uit het boek.

Hier lees je een bespreking van het boek.

Interessant verslag van Sonia uit Colombia: een bezoek aan het Plantin-Moretus-museum

Bezoek aan de museum Plantin Moretus

Het was een motregendag, het was zelfs een beetje een koude en bewolkte voormiddag.

Een zeer zware houten deur moesten we openduwen om naar binnen te komen in dit huis met een renaissancestijl. Binnen was het lekker warm. De eerste ruimtes waren modern ingericht en ze waren een beetje sober. Een mooie kroonluchter van koper en licht groen glas hing aan het plafond. Die vond ik prachtig!

Onze gids was Kim, een jong en vriendelijk meisje, dat alles over Plantin Moretus en zijn werk aan ons vertelde.

Het huis heeft een mooie structuur, de twee verdiepingen die we bezochten waren een beetje zoals een labyrint van kleine kamers met ongelijke vloeren die met kleine trappen van vier stappen waren verbonden.

Hout was het materiaal dat in het hele huis aanwezig was. Het had een soort donkere mahoniekleur. Je kon het zien in: de leuning aan de trap, in de spiraalvormige trap zelf, de wandpanelen, de vensterluiken die het licht buiten houden om de waardevolle objecten van dit huis te bewaren, de tafels waarop werd gewerkt, de gietvormen van het alfabet (later worden deze van koper gemaakt), de bibliotheekplanken, de plafonds waaraan mooie kroonluchters hingen, de prachtige en piepende vloer en al de apparaten die op een of andere manier waren gebruikt om de boeken te drukken. Hout heeft me altijd een warm, goed en aangenaam gevoel gegeven dus voelde ik me hier welkom.

Ik altijd dacht dat Plantin-Moretus de naam van een persoon was maar het blijkt dat het twee achternamen zijn: Christoffel Plantin en zijn beste werker en later schoonzoon Jan Moretus.

Plantin was een Parijzenaar die in de gouden jaren van Antwerpen hier kwam wonen om zijn leven en fortuin te vinden. Hij had een passie voor werken en met zijn logo “labore et constantia” maakte hij van zijn familiezaken een imperium in de wereld van het drukwerk. Deze Parijzenaar was een avant-garde man, hij had inzicht in termen van gespecialiseerd werk, delegeren van functies en taken, verpersoonlijking van materieel en in wat steeds ontbrak in de wereld van het drukwerk. Voor Plantin was het zo klaar als een klontje:waarin iemand goed was, zou hij of zij gaan werken.

Aangezien Plantin geen Nederlands sprak, maakte hij het eerste woordenboek dat van het Nederlands naar het Latijn vertaalde. Tussen de boeken die hij drukte, stond ook de eerste atlas, de eerste edities van anatomie, plantkunde en medische boeken want alles wat betekenisvol was, was op papier gedrukt.

In deze tijd (in tegenstelling tot vandaag) stond alleen wat belangrijk en betekenisvol was op papier of in een boek gedrukt met de bedoeling om te delen en om de kennis niet te vergeten, zodat er bewijs was dat er iets of iemand bestond. En zoals tegen ons werd verteld, werden de boeken zo goed als met bloed, zweet en tranen gedrukt.

Aan de wand hangende was de volgende zin: “U verdient te worden geprezen omdat u van elke streek de beste beschrijving hebt geselecteerd en in een boek bijeengebracht. Het boek is niet duur en we kunnen het meenemen, waar we ook gaan” Mercator aan Ortelius. Ik vond deze zin prachtig omdat die de essentie van een boek symboliseert. Het is de verzameling van informatie om met anderen te delen ongeacht waar je bent. Dit was de Google van toen en de bibliotheken het internet van nu maar in een eeuw waarin de tijd liep op zijn eigen en natuurlijke ritme en waarin de actualiteit haar weg in het drukwerk vond.

De schoonheid van die tijd is dat we wat Kafka zei kunnen toepassen: ”Boeken zijn als een bijl die het ijs van ons bewustzijn splijt”, omdat helaas in onze tijd het grootste deel van wat er geschreven is, meestal over banaliteiten gaat.

Een heel tevreden en hongerige Sonia vertrok van het Museum naar Encora maar niet zonder eerst te gaan lunchen want het was al kwart over twaalf en ik rammelde van de honger.